Salsa, resaca’s, Salkantay y mucho más - Reisverslag uit Cuzco, Peru van Jippe en Martine - WaarBenJij.nu Salsa, resaca’s, Salkantay y mucho más - Reisverslag uit Cuzco, Peru van Jippe en Martine - WaarBenJij.nu

Salsa, resaca’s, Salkantay y mucho más

Door: Jip & Tien

Blijf op de hoogte en volg Jippe en Martine

23 November 2015 | Peru, Cuzco

Vorige week donderdagavond begonnen we vol goede moed aan onze eerste salsales. Het feit dat onze heupen niet zo hard mee swingden als die van salsaman Jose wijdden we toe aan ons stenen bed. Mijn god wat een vent was dat. Nouja een vent kun je het niet echt meer noemen maar zijn heupen leken een aantal botten te missen waardoor ze allerlei kanten op konden. We begonnen met de basispasjes 1 tot en met 4 die voor ons al pittig genoeg waren. Onze vingers moesten onaangemaam scheef aangespannen op onze handen staan en de salsaman deed bij ieder basispasje nog een extra swing met handen en benen. Hij nam zijn trabajar duidelijk erg sereus want onze lachbuien werden niet helemaal door hem begrepen. Na een half uurtje werd verwacht dat we de basis wel kenden en mochten we het met een man proberen. Jippe ging van start met onze nieuwe stevige amerikaanse amigo David die eigenlijk Keegan heet. David kwam regelrecht uit het ziekenhuis naar salsales want hij had wat last van de hoogte gehad. Na de basispasjes kwam de geur van de worst die hij voor tijd nog even naar binnen had gewerkt al rijkelijk zijn porien uit. Verder was hij ongeveer twee keer zo onhandig en breed als de salsaman dus het was een mooi gezicht. Martine ging van start met het broertje van de baas van de school die duidelijk eerder kon salsadansen dan lopen. Toch bleef hij zo schuchter dat er weinig mee te beginnen viel. We wisselden iedere minuut van partner en zo kwamen we ook aan bij de salsaman zelf. Vol temprament nam hij ons ieder mee in zijn swings en toen Jippe even niet oplette hing ze op kop in zijn armen.

Na de salsales besloten we eigenwijs weer niet thuis te eten want dat was ons wel erg goed bevallen. We gingen naar Indigo waar de biertjes ook erg goed smaakten dus dan zal het eten ook wel fantastisch zijn. En dat was het ook. Wat een genot om normaal te kunnen eten in tijden van afvalvlees in liters olie. Want na een saaie spaanse les op vrijdag waarin Jippe de teacher rechtzette omdat ze allerlei tegenstrijdige dingen zei en er niks van begreep, kregen we dus als beloning kippendarmen te eten. Het zag eruit als een raar soort inktvis en ondanks dat de eerste hap al walgelijk was vonden we het alvorens lief dat onze moeder ons verzoek op meer vis bereiden in acht had genomen. Na een eerste hap en een verbaasde “Pescado?” vertelde mami dat we solo Pollo aan het naar binnenwerken waren. Na dit grapje waren we er allebei even helemaal klaar mee om keer op keer aan de verwachtingen van de perfecte dochters te voldoen. Dan maar geen trotse moeder. Die avond gingen we voor de derde keer deze week de stad in. De volgende ochtend vroeg uit de veren want om 9 uur vertrokken we met een aantal andere studenten van de Spaanse school naar el valle de Sacrado, the Sacred valley. Een uur later stapten we, natuurlijk ietwat misselijk, het busje uit. We hadden een gids bij ons en er stond een wandeling van ongeveer 3 uur op de planning. Warm, warm, warm. De vallei ligt een stuk lager dan Cusco dus onze kledingkeuze was un poco caliente. Maar dat mocht de pret zeker niet drukken, we genoten van de prachtige uitzichten en rond 5 uur reden we moe maar voldaan én hongerig, Cusco weer in. Mamí zou vanavond niet thuis zijn en nuestra hermano Manuel zou voor ons eten opwarmen. Onze maag kon de verleiding niet weerstaan, ‘Green point’ schijnt hier een fantastisch restaurantje te zijn waar ze alleen vegan food serveren (which means: HEEL VEEL GROENTEN). Met een klein schuldgevoel zaten we een half uur later te smikkelen van onze groentjes en zoete aardappel patatjes. Thuis troffen we onze mamí en onze hermano aan in een hevige ruzie. Boos liep mamí de deur uit, Manuel bleef diep in tranen achter in de keuken. Een beetje onhandig hebben we hem proberen te troosten met behulp van google translate waarin wij aangafen dat we zelf ons eten wel op zouden warmen, lief als we zijn... Manuel was erg dankbaar en wij eigenlijk ook want eten wilden we natuurlijk niet meer na ons bezoekje aan Green point. ’s Avonds begonnen met wat drankjes bij Indigo, vervolgens opgehaald door Giovanni, onze buurjongen, die ons mee uit dansen nam. Erg leuk maar preuts als we zijn toch wel een beetje té voor ons al dat gesalsa, handen overal en ze weten niet van ophouden.

Zondag: mama día
Vandaag was door mama speciaal gereserveerd en wij mochten niks anders ondernemen, het was mama día. We ontbeten laat, mede doordat wij de vorige avond weer op stap waren geweest en niet al te vroeg ons bed uit wilden komen. Mama zat natuurlijk samen met Manuel 8 uur stipt al aan het ontbijt te wachten op haar twee dochters die maar in bed bleven snurken. Met een klein beetje angst voor het middagmaal dat we mee moesten dragen, stapten we de deur uit op weg naar ‘Temple de la Luna’. In de bus zat een heel schattig vrouwtje van een jaar of 70. Ze zat continue naar ons te lachen alsof ze nog nooit een blank iemand had gezien. Er was niet genoeg plek in de bus en ze heeft wel drie keer aangeboden dat we op haar plek mochten zitten, heel lief maar heel krom natuurlijk. Eenmaal bij de juiste bushalte aangekomen moesten we nog een stukje langs de weg lopen om Temple de la luna te bereiken. Manuel kreeg een discussie met zijn moeder en we liepen vervolgens vast vooruit. Normaal gesproken volgt Manuel op de voet maar deze keer kwam hij maar niet achter ons aan. Toen we terug liepen om hem te zoeken bleek hij onvindbaar. Toen het ook nog ging regenen dreigde mamadia in het water te vallen. We riepen zijn naam wel honderd keer keihard door het bos want hij is wel dertig jaar maar functioneert als een 8jarig kind. Toen zijn we toch maar maar richting de temple gelopen want misschein nam hij een andere route. Bovenop een berg stond hij dolgelukkig te zwaaien en ons te roepen. Na een flinke preek begon uiteindelijk onze picknick.
Het regende nog steeds maar dat maakte niets uit. Picknicken zouden we. Allereerst toverden ze een lekker flesje cola uit haar tas. Afgezien van ons feit dat we ons ontbijt pas een uur geleden met moeite hadden weggekregen, ging dat er misschien nog wel in. Mooi niet. De fles cola werd uitgestrooid over de heilige tempel en wij kregen een flesje water, drie kippepoten de neus en een berg groenten die al 3 dagen in een bak op het aanrecht stond. Mama had ons verzoek om meer groente te bereiden wel heel letterlijk genomen. Nadat we ook dit weer netjes op hadden gegeten toverde ze een zakje cocabladeren uit haar tas. Deze bladeren hebben allerlei geneeskrachtige werkingen. We kregen allemaal drie blaadjes en moesten er op blazen en een wens doen. Daarna moesten we ze in de tempel stoppen en al onze zorgen (die we hier dus niet hebben) zouden als sneeuw voor de zon verdwijnen. Gezien het aardige windje dat er stond boven op de tempel, ontsnapte er per ongeluk een cocablaadje uit Tien haar handen. Met het meest onschuldige hoofd stond ze naar mama te lachen toen die verbaasd dit blaadje op de grond vond en oppakkte. Na het bezoekje aan de tempel zijn we te voet naar beneden gelopen, dit keer zonder Manuel uit het oog te verliezen.

Thuis aangekomen hebben er even wat facetimesessies plaatsgevonden en om 7 uur zaten we weer in de pizzaria voor la cena, het avondeten, wat vanavond voor ons weer een feestje was: PIZZA!!! Gesmikkeld en voldaan de pizzaria uitgelopen.

Maandag 9 november – week 2 van de Spaanse lessen
Fris, fruitig en vol goede moed zaten we maandagochtend weer op school. Nosotros aprendemos poco major l’español, het gaat steeds beter. Fijn was dat we een van onze leraressen niet meer hadden de laatste twee uur, de irritaties om haar kinderachtige houding en het feit dat ze geen engels sprak waren inmiddels wat hoger opgelopen. Gelukkig waren we van haar af. Maandag en dinsdag waren niet zo bijzonder. We hebben wat filmpjes gekeken ’s avonds en overdag wat rondgezwerft in het stadje.

Woensdagavond zijn we gaan eten met onze medestudenten van de spaanse school. We gingen naar een soort burgerbar en het was lekker. De rest van de meiden haakten af en wij besloten maar weer de stad in te gaan. We startten bij onze inmiddels vaste stamkroeg Indigo en er waren nog wat andere bekenden. Jippe haar stalker, Sami de inka-indiaan, bleef maar bellen en smsen en vragen of we naar een bepaalde kroeg kwamen. Toen we toch maar antwoordden dat we niet kwamen omdat we al bij Indigo zaten was hij er binnen 1 minuut met zijn andere kleffe vriendjes. Daar kwamen we voorlopig niet meer van af. We gingen met zijn allen naar Mythologie, de plek waar je elke 10 seconden in de armen van een andere peruaanse vent wordt geslingerd om salsa te dansen. Eigenlijk niet onze favo place to be. We zijn meer bezig met de Spaanse vertaling voor ‘laat me met rust’, dan dat we echt lekker aan het dansen zijn. Zo ook vanavond. Sami had natuurlijk zijn zinnen gezet op een zoen met Jippe en meerdere pogingen hebben er toe geleid dat we op een gegeven moment toch maar naar huis zijn gevlucht. Voorlopig geen Mythologie meer voor ons.

Donderdagochtend tijdens onze Spaanse les stuurde Paul (vriend van Jippe van thuis) ons een berichtje dat hij was aangekomen in Cusco. ’s Middags meteen gemeet, geluncht en een beetje door de stad gelopen. Voor de hele dag dus meteen een goed excuus om niet thuis bij mami te eten. Die avond hebben we ons ‘Cuy’ (cavia) en ‘Alpaca’ (kruising tussen een lama en een kameel) laten voorschotelen. Cuy is hier hét traditionele gerecht wat je gegeten moet hebben als je in Peru bent. De cavia’s schijnen zich huis te houden in de keuken zelf en wanneer er eentje besteld wordt, wordt er zo een van de grond geplukt en recht de frituurpan in gegooid. Met zijn bek nog open van het gillen en met alle teennagels en tanden erop en eraan wordt hij zo voor je op tafel gezet. Je krijgt dan twee minuten de tijd om er naar te kijken en vervolgen wordt hij weer meegenomen naar de keuken en schaamteloos in zessen gehakt. Waar het nou precies naar smaakte kunnen we niet eens goed uitleggen, we waren meer bezig met het feit dat we een cavia aan het eten waren, maar het leek ergens een beetje op kip alleen een stuk minder lekker. Zeker niet voor herhaling vatbaar. De ‘Alpaca’ daarentegen beviel ons goed. Na ons maaltje zijn we onze trek gaan boeken naar Machupicchu, de Salkantay Trek. De Salkantay is een enorme berg van 6000 meter hoog. Met deze trek loop je vijf dagen, kom je door de Salkantay pass (4650 meter hoog) en eindig je bij Machupicchu. Zondag zullen we vertrekken. Vervolgens zijn we ons thuis gaan klaarmaken voor een nieuw avondje uit, een kroegentocht door Cusco om Paul een beetje wegwijs te maken.

Vrijdagochtend, vooral Jippe getroffen door een ‘resaca’, zijn we onze laatste les op school wat moeizaam doorgekomen. De dutjes in de pauze waren onmisbaar. Die middag gingen we met Paul op pad. Vanuit Cusco is hoog in de bergen een enorm beeld van Jesus te zien. ’s Avonds is het mooi verlicht en overdag kun je er heen wandelen voor een mooi uitzicht. Christo blanco (ze hebben namelijk ook negeroide jezussen hier) maakt deel uit van de valle sacrado (de heilige vallei). Eigenlijk moet je dokken om de vallei binnen te komen maar we vonden een sluiproute door de bush bush. Behalve dat jezus zwaar omringd was door een hek met prikkeldraad en we hem dus niet konden knuffelen was het uitzicht fantastisch mooi. Daarna gingen we nog naar een enorme markthal om wat extra warme kleding in te slaan voor onze trektocht door de bergen. We vroegen ’s avonds of mami pizza voor ons wilde maken omdat Paul op bezoek was. Goddank deed ze dat. De pizza zou een goede bodem moeten zijn voor een zoveelste avondje Indigo en een dansje in een discotheek. Bij Indigo ontmoetten we vrienden van de spaanse school en vrienden van Paul uit zijn hostel en van zijn reis door de rest van Peru. We sloten de avond af met bailar bailar in la Temple, een discotheek in, jawel, een tempel. Na wat dronken avonturen met als vangst geen peruaanse vent maar de peruaanse vlag, doken we voldaan ons bed in.

De volgende dag een volgende resaca. We lunchten samen met Dan en Paul bij Greenpoint, de perfecte uitvalbasis als je echt geen rijskorrel door je keel krijgt. Dan is een 18jarig broekie uit Engeland, maar heeft meer beleefd dan de gemiddelde 50’er. Toen hij nog leerplichtig was reisde hij de wereld al rond en ook nu was hij school ontvlucht om een volgende reis te maken. Na de lunch moesten we nog wat laatse inkopen doen voor de trektocht. Het regenseizoen in Peru is begonnen en dat beketent dat het iedere middag met bakken uit de hemel komt. We scoorden een hippe poncho, wat fruit, noten en natuurlijk chocola. Chocola is hier best duur maar de lekkerste van de hele wereld. We besloten vroeg naar bed te gaan om fit te zijn voor de trek. Tien vond nog wat laatste energie om naar Plaza te lopen en wat soles uit de muur te trekken voor onderweg. Jippe snurkte al een eind weg.

SALKANTAY
DAG 1
Zondagochtend, wekker 4 uur. Tien smeerde nog wat broodjes palta (avocado) op (eindelijk) een soort bruin brood maar dan heel zoet. Jip checkte of we alles hadden. Om half 5 zouden we opgehaald worden op San Blas. Toen we daar aan kwamen rennen, natuurlijk te laat, was er nog een andere chauffeur op zoek naar twee slachtoffers voor de Salkantay trek. Gelukkig zijn we uiteindelijk toch niet bij hem in de auto gestapt omdat de naam van de agency ons niet heel bekend in de oren klonk. Na een half uurtje werden we opgehaald door onze guide Luis. Een typische padvinder met afritsbroek, haar dat net iets voor zijn ogen valt en als hij dan begint te praten schudt hij het iets opzij met zijn neus wijs in de lucht. We liepen met hem mee naar plaza de armas waar ook Paul en een pools stel instapten. Het poolse stel had alles drie dubbel ingepakt en kwam al puffend aan met 4 enorme backpacks en nog wat losse tasjes. Paul had alleen een rugzakje en in een vuilniszak nog een slaapzak, een extra paar schoenen en een dikke trui ingepakt. Wij hadden twee rugzakjes waarvan er 1 door kan als weekendbackpack. De ander zat vol met bananan (mami was nog net op tijd wakker om ons te bepakken met een kilootje of 3). Een kilometer verder stapte nog een duits stel (ook 3 mega backpacks rijk) en een oude man in. Na een paar uurtjes kwamen we bij een restaurantje aan om te ontbijten. Lekker studentikoos aten wij onze eigen meegenomen broodjes avocado. De polen aten een blok boter op een stuk droog brood en bestelden nog een extra uitgebreid menuutje. Na nog een dutje van 20 minuten in de bus stonden we op ons startpunt, ongeveer evenhoog als Cusco (zo’n 3400 meter). We begonnen met een kleine klim. De eerste korte stop waren we het er al over eens dat de extra drie kilo aan bananen van mami geloosd moest worden, rondje bananen uitgedeeld en weer verder. El clima was top, klein regenbuitje af en toe maar voornamelijk een heerlijk zonnetje. Verradelijk wel aangezien je het warm krijgt van lopen maar het hoog in de bergen toch best fris is, een flinke verkoudheid en een zwoele stem voor Jippe tot gevolg. Na zo’n zes uur lopen bereikten we onze eerste kampeerplek. De tenten waren al opgezet en we kregen een Peruaanse lunch voorgeschoteld, verassend: soep met rijst en aardappelen. Na de lunch tijd voor een korte powernap, na een uurtje zijn we de berg opgeklommen richting een prachtig meer, zeker een van de mooiste spots tot nu toe. Het was een pittige klim dus moe maar erg onder de indruk kwamen we weer beneden waar popcorn op en liters cocathee ons stonden te wachten. Cocabladeren schijnen te helpen tegen hoogteziekte. Het is de bedoeling dat je zo’n 20 minuten op een paar van die blaadjes kauwt, dat zal er dan voor zorgen dat je meer zuurstof op kan nemen. We hebben het geprobeerd... Het is ontzettend vies en hoe je het 20 minuten in je mond moet bewaren zonder het door te slikken is ons een raadsel. Cocathee daarentegen hebben we in liters naar binnen gewerkt. ’s Avonds nog een biertje gedronken met onze medetrekkers maar als echte padvinders in spe lagen we netjes om 9 uur in ons bed.

DAG 2
Pijn... overal pijn, een helse nacht. Koud en nog hardere matjes (ondanks dat het er twee op elkaar waren) dan ons eigen bed bij mami. Lepeltje lepeltje zijn we de nacht doorgekomen maar erg fruitig zaten we er maandagochtend niet bij aan het ontbijt. Jippe die nu al helemaal als een verstopte zeehond klonk zag al helemaal op tegen de klim die we vandaag moesten gaan afleggen. Dag 2 is de zwaarste dag, je loopt 21 km met een hoogteverschil van zo’n 800 meter. Martine huppelde voorop, Jippe slofte erachteraan. Na 45 minuten stonden we voor het begin van de echte klim. Van de gids kregen we een soort van vloeibare fix, dit moest je in je handen wrijven en vervolgens op je gezicht en handen smeren en heel diep inademen. Dit maakt je neus helemaal vrij en zo krijg je dus meer zuurstof binnen. Geïnhaleerd en kauwend op cocabladeren trotseerden we Salcantay. Zo’n 2 uur later (Jippe dan, tien een half uur eerder) bereikten we de top. Een beetje mistig helaas maar ondanks dat was het prachtig. Twee uur lopen naar beneden bereikten we ons tentje waar we lunch kregen, precies op dat moment stortten er minimaal honderd wolken boven ons leeg. Droog in ons tentje zaten we weer sopa met arroz weg te werken. Na de lunch hesen we ons in onze rode regencapes, zo groot als tenten, en begonnen we aan nog een drie uur durende wandeling naar beneden. Van een koud berglandschap liepen we een uur later ineens in een vochtige en groene jungle. Met Jason Mraz in onze oren hebben we vrolijk doorgestapt en genoten van de natuur totdat we aankwamen bij camping numero dos. De avond hier hebben we doorgebracht met potjes bonanza, een superleuk spel maar vreselijk om in het Engels uit te leggen. Rond een uurtje of 10 lagen we alweer lepeltje lepeltje op onze harde matjes.

DAG 3
We mochten een beetje langer slapen dan de dag ervoor. De kok kwam ons om half 6 wakker maken met cocathee met heel veel suiker. Om 6 uur zaten we aan het ontbijt. Een heftig omeletje met veel groente, mierzoete chocolademelk en nog meer cocathee. De kok is een man van weinig woorden. We weten niet of hij überhaupt kan praten maar hij doet in ieder geval erg zijn best voor het eten en zet keer op keer onze tenten op in een nieuw kamp. We vertrokken rond half 7 met de volgende wandeltocht door de jungle. Het was een aflopende weg dus zwaar was het niet. Links van ons bevond zich het groene regenwoud, vol lianen en vogelgeluiden. Rechts bevond zich een rustig stromende rivier met daarachter de enorme bergen die soms besneeuwd en dan weer dichtbebost waren. Onderweg kwamen we bananenbomen, avocadobomen, mangobomen en bomen vol rijpe passievruchten tegen; heerlijk!

We lunchten bij een gezellig hutje waar ook biertjes koud stonden, het ‘zware’ lopen zat er namelijk op. Het voorgerecht was nacho’s met de beste guacumole die we in tijden geproefd hadden. Daarna pasta, een mini stukje rundvlees, rijst en ceviche zonder (beetje jammer) vis. We deden nog een tukkie op een grasveldje en reden daarna nog een stukje met een busje vol schreeuwende amerikanen van de andere groep, tot het volgende kamp. We installeerden onze spullen voor de nacht en gingen zelf weer op pad. Op weg naar de hotsprings!! Na 3 weken koude douches en 3 dagen geen douche was het fantastisch om eindelijk het schone warme water tussen de bergen in te duiken. We probeerden uit of onze nep-go-pro waterdicht was en dat is een soort van gelukt. Daarna nog wat cerveza’s gedronken en een flinke zak doritos leeggegeten. ’s Avonds weer aan de rijst. Die avond zou er een bonfire aangestoken worden maar alle andere groepen waren moe(?) en dus ging het niet door. In plaats daarvan bezochten we een soort discotheek waar precies 1 local was, dronken we wat biertjes met onze guide en doken we weer redelijk op tijd onze tent in.

DAG 4
We mochten uitslapen, hal-le-lu-ja, om half 8 zaten we aan het ontbijt. Vanmorgen stond in het teken van ziplinen, er waren drie opties: ziplinen, lopen naar de volgende stop of met de bus naar de volgende stop. Tien wilde graag ziplinen, Jippe en paul bleven achter en kozen voor optie 3, met de bus naar de volgende stop. Na twee uurtjes heerlijk tukken in een hangmat kwam de groep van het ziplinen ook aan bij deze stop. Na de lunch hebben we nog 3 uurtjes gelopen langs een treinrails en kwamen we aan in ‘Agua’s Calientes’, het dorpje onderaan Machupichhu. We hebben wat rondgelopen, ’s avonds nog wat cerbeza’tjes verorberd en de stille tocht op het pleintje waargenomen die in het teken stond van de gebeurtenissen in Parijs. Zelfs hier speelt het. We doken rond 12 uur ons bed in met de wekker op 4 uur.

DAG 5: MACHUPICCHU
De wekker ging, moe pakten we onze spullen in en begonnen we aan de wandeling naar boven. Een wandeling was het niet echt, het was een trap van ongeveer 1800 treden (1789 om precies te zijn) naar boven. De eerste treden werden jassen, truien en mutsen alweer opgeborgen. 1789 treden en een uurtje later stonden we in de rij voor de ingang, druk, mist en regen. Eenmaal binnen waren we enigzins verward omdat we ‘Jimmy’ onze gids voor vandaag niet konden vinden. Na wat heen en weer geschreeuw met iemand uit de rij beneden bleek dat we moesten wachten. Uiteindelijk kwam groep Jimmy langs, zonder de Jimmy, en begonnen we aan de korte tour. De nieuwe Jimmy hield van praten, praten en nog meer praten, enigzins slaapverwekkend en wij zaten dan ook meerdere malen voorovergebogen op een steen een klein tukje te doen. De mist en regen verdween, alles trok open en Machupicchu verscheen in volle glorie, supermooi! Na de tour liepen we naar boven voor het welbekende kiekje, we hebben ons vervolgens neergeplant op een grasveldje, schoenen uitgeschopt en genoten van het uitzicht. Dit zolang het kon want na een kwartiertje werd de rust abrupt verstoord door een van de bewakers op zijn fluit. Schoenen moesten weer aan en liggen mocht ook niet. We zijn in het restaurantje even wat gaan drinken en zijn vervolgens nog een rondje gaan lopen door heel Machupicchu. Je kan ook nog verschillende bergen opklimmen en naar verschillende uitkijkpunten lopen. Paul en Jippe vonden het wel gebakken maar Tien met haar onuitputtende engergie heeft nog even een sprintje naar boven getrokken. Terwijl Paul en Jippe de trap naar beneden namen om beneden in het zonnetje, met de benen omhoog te genieten van een koud biertje, heeft Tien de tour nog even goed afgemaakt. Om half 4 hebben we elkaar weer gemeet en om 4 uur zaten we in de trein richting Cusco. Het laatste stuk moesten we nog met de bus. Vechtend tegen de slaap zaten we naar buiten te kijken, want met de bochten, slingers, remacties en rijkunsten van deze vent viel niet te tukken. Één seconde je ogen dicht en je was kotsmisselijk. Om 8 uur kwamen we weer aan in het vertrouwde Cusco. Na nog een rijst-volle week besloten wede pizzaria en onze mami te vermijden en zochten onze toevlucht in Indigo waar we genoten van heerlijke burgers. Om 12 uur lagen we doodmoe in ons stenen bedje.

Vrijdag 20 november
Paul zijn laatste dagje vandaag. We besloten scooters te huren en door de valle de Sacrado te gaan scooteren. Wij gingen samen op 1 scooter, we hadden er trouwens ook met zijn drieën opgepast zo groot waren deze dingen. Toen we eenmaal met de scooter bovenaan de berg stonden bedachten we ons dat het misschien wel netjes was om even tegen mami te zeggen dat we de hele dag niet thuis zouden eten. Dus Martine de berg afgerend opweg naar de pizzaria. Mami was al druk in de weer om het welcome home almuerzo te bereiden. Ze was dan ook erg teleurgesteld toen ze hoorden dat we de hele dag niet mee zouden eten. Maargoed, de scooters stonden op ons te wachten dus ze moest zich er maar bij neerleggen. Met de belofte dat we de volgende dag de hele dag niks met vrienden af zouden spreken mocht Martine de pizzaria weer uit. Zoals we al zeiden waren de scooters enorm. Best even wennen in het begin. Al snel kwamen we erachter dat Paul zijn scooter un poco langzamer was dan de onze. Toen we eenmaal gewend waren scheurden we met 60 van de bergen af. De omgeving was prachtig en we zijn langs veel bijzondere stadjes gekomen. Sommigen stadjes zagen eruit alsof er niemand meer woonde en alles was verwoest, anderen waren gezellig druk met marktjes vol groenten, fruit en ander inka-spul.

Na ongeveer 120 kilometer afgelegd te hebben brachten we de scooters weer terug. Die avond aten we met wat amerikaanse vrienden bij een tapas-restaurant waar we pasta en paella aten. Helaas moesten we na het eten afscheid van Paul nemen. Die pakte de nachtbus naar Bolivia. We gingen nog wat biertjes drinken in Indigo met de amerikanen. Al snel werd Martine moe van een van Amerikanen die maar door bleef praten. Na een half uur zat ze er bij als een stonede garnaal maar hij kletste vrolijk door. Tijd voor wat dansjes met de andere nederlanders, fransen en amerikanen uit Indigo. We gingen naar de skybar maar veel sky was er niet te zien. Wel goede muziek (lees: geen peruaanse muziek). We werden voorzien van bier door een Italiaanse gekke man die als een malle tekeer ging op de dansvloer met korte pauzes aangezien hij een blessure heeft aan zijn knie. Dan zat hij met zijn been in de lucht uit te puffen. Na heel wat gebailar zijn we weer richting huis gegaan. Het waren weer goede weken.

Hasta la vista y muchos besos XXX

  • 23 November 2015 - 21:48

    Sylvie:

    Een heel verhaal maar wel heel leuk. Lijkt mij geweldig daar.
    Heel veel plezier met de kinderen komende weken.
    groet sylvie

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jippe en Martine

Actief sinds 20 Okt. 2015
Verslag gelezen: 885
Totaal aantal bezoekers 2824

Voorgaande reizen:

28 Oktober 2015 - 01 Juli 2016

Samen op avontuur

Landen bezocht: